Tagliatelle met een romige paddenstoelensaus

1. Laat de gedroogde cepes wellen in een glas met water.
2. Breng een pan met ruim water en een snuf zout aan de kook, snipper ondertussen de sjalot en de teentjes knoflook.
3. Snijd de kastanje champignons in plakjes en zet twee koekenpannen met een scheutje olie op het vuur.
4. Bak de champignons op hoog vuur, het vocht uit de champignons moet verdampen, zodat ze goudbruin bakken en niet enkel garen in het vocht.
5. Laat de sjalot en de knoflook ondertussen glazig bakken in de tweede pan, voeg de takjes tijm toe en bak mee.
6. Voeg het blokje paddenstoelenbouillon en de gewelde cepes (met water en al) toe aan de pan met de sjalot, zet het vuur hoger en roer tot het bouillonblokje is opgelost en laat het vocht iets inkoken.
7. Kook de tagliatelle volgens de verpakking gaar, in mijn geval moet de tagliatelle 8 minuten koken.
8. Haal de takjes tijm uit de pan en voeg het sjalottenmengsel toe aan de pan met de gebakken champignons, zet vervolgens het vuur laag en meng door elkaar. Ten slotte voeg je de eidooiers toe en roer je tot er een mooie gebonden saus ontstaat, breng op smaak met peper en zout.
9. Schep een aantal eetlepels van het kookvocht bij de saus, giet de pasta af en meng op laag vuur door elkaar. 
10. Presenteer de tagliatelle op de borden en rasp er wat Parmezaanse kaas overheen.

Eet smakelijk!