1. Pel de knoflook en de sjalotten en snipper deze fijn.
2. Smelt een klontje roomboter in een koekenpan en bak hierin de knoflook en sjalotten goudbruin.
3. Voeg het water, de wijn en het bouillonblokje toe en breng aan de kook.
4. Snijd de paddenstoelen in fijne blokjes en bak deze in een klontje boter in een tweede pan gaar, laat door garen tot het vocht is verdampt.
5. Doe de paddenstoelen bij de pan met de sjalotten, breng op smaak met peper en bak mee. Laat het mengsel op het vuur staan tot al het vocht is verdampt. Voeg eventueel een eetlepel paneermeel toe om het mengsel wat steviger te maken.
6. Roerbak de spinazie in een droge pan tot het geslonken is. Breng de spinazie over naar een zeef, spoel af met koud water en laat uitlekken. Knijp de spinazie goed uit en bestrooi flink met zout en peper.
7. Leg het bladerdeeg op een met bakpapier beklede bakplaat. Verdeel de spinazie over het midden en leg daar het paddenstoelenmengsel op. Bestrooi met peper en zout.
8. Vouw de linker- en rechterzijde van het bladerdeeg over de vulling heen. Vervolgens vouw je daar de boven- en onderkant van het overige deeg overheen.