1. Sla 75 gram eiwit los in een keukenmachine. Zodra het eiwit goed los is gekomen voeg je in één keer 56 gram suiker toe aan de eiwitten. Blijf kloppen op de hoogste stand tot het eiwit stijf en glanzend is.
2. Zeef de bloem en de maizena. Spatel de eidooiers door het stijf geslagen eiwit heen met een pannenlikker. Zodra het goed is gemengd voeg je ook de bloem en de maizena toe. Spatel dit weer goed door tot je een luchtig biscuit hebt.
3. Doe het biscuit in een spuitzak en leg weg.
4. Sla nu de overgebleven eiwitten (63 gram) los en voeg hier de overgebleven 125 gram suiker aan toe. Blijf op de hoogste stand kloppen tot het eiwit stijf en glanzend is. Doe het eiwitschuim in een spuitzak.
5. Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius.
6. Bekleed een bakplaat met bakpapier. Neem de spuitzakken met biscuit en eiwitschuim en snijd hier de topjes vanaf.
7. Spuit drie banen van het biscuit over de lengte van de bakplaat met ongeveer 1 centimeter ruimte tussen de banen. Dit doe je in totaal twee keer, dus zorg voor 3 banen aan de bovenkant van de plaat spuit en 3 banen aan de onderkant.
8. Spuit nu met het eiwitschuim in de twee smalle banen die je tussen de drie banen biscuit hebt vrijgelaten. Zo maak je één lange boven- en onderkant voor de schnitt.
9. Zet de oven terug naar 190 graden Celsius en bak de banen gaar in 20 minuten.
Let op, het schuim kan snel verbranden, dus draai eventueel de plaat halverwege het bakken om.
10. Haal de plaat uit de oven en leg het biscuit op een rooster om af te koelen.